Orgel Kantens

±1660: bouw van het orgel door Hendrik Husz. Hendrik Husz was een broer van Berend Husz, de leermeester van de beroemde Arp Schnitger.

Ombouw en vergroting met een rugpositief door waarschijnlijk Johannes Husz de broer van Hendrik Husz. Wanneer dit werd uitgevoerd is niet bekend. Wel is bekend dat Joh. Husz stierf in 1672.

1817: de kerk wordt failliet verklaard en met inventaris, waaronder het orgel, verkocht aan A.H. Feith.

1821/22: Met financiële steun van koning Willem I worden kerk en orgel weer terug gekocht.

Timpe herplaatst het instrument met 2 nieuwe windladen en vergroot hiertoe de kas naar achteren. De pijpen van het rugwerk werden niet herplaatst uitgezonderd de frontpijpen. De kas van het rugwerk bleef aanwezig.

1954: Demontage van het orgel vanwege de kerkrestauratie door Mense Ruiter.

1973: Restauratie van de frontpijpen van het hoofdwerk door Jürgen Ahrend.

1986: Restauratie van het hoofdwerk door Jürgen Ahrend. Orgeladviseur was Cor Edskes. Uniek is het gaaf bewaarde oude pijpwerk.

2007: Reconstructie van het rugwerk. Alleen een groot deel van de Quintadena 8’ was nog aanwezig, de rest kon aan de hand van aanwijzingen in het orgel zelf gereconstrueerd worden.

Tevens werd een aangehangen pedaal aangebracht. Beide werkzaamheden werden uitgevoerd door Hendrik Ahrend die vader Jürgen inmiddels was opgevolgd. Adviseur was nog steeds Cor Edskes

2010: Uitbreiding met een extra balg om het mogelijk te maken de wind ook te kunnen voorzien door middel van het treden van de balgen.

Dispositie sinds 2007:

Hoofdwerk (II) (CDEFGA-c3):Rugwerk (I) (CDEFGA-c3):Pedaal (CDEFGA-c1):
Bordon 16′Quintadena 8′aangehangen
Holpijp 8′Fluijt 4′
Prestant 8′Prestant 2′
Octaave 4′Çimbel
Sup.octave 2′Regael 8′
Quint 3′

Sieffluijt 1½ ‘

Sexquialter 2 st.

Mixtuir 4-6 st.

Trompet 8′

Alle registers hoofdwerk gedeeld in bas en discant

Nevenregisters:

Tremulant Hoofdwerk

Schuifkoppel rugwerk-hoofdwerk

Middentoonstemming

Winddruk is 68 mm