Het orgel van Warffum is in 1812 gebouwd door Heinrich Hermann Freytag. Het is het laatste instrument van de hand van deze orgelmaker, Freytag overleed tijdens de bouw. Het instrument werd voltooid door de meesterknecht van Freytag, Johannes Wilhelmus Timpe. In 1895 werkte de firma Van Oeckelen & Zonen aan het orgel waarbij op het bovenwerk de Nasard 2 2/3, de Woudfluit 2 en de Vox Humana werden vervangen door een Violoncel een Clarinet en een Viola da Gamba. In 1932 realiseerde de firma Spiering een zelfstandig pneumatisch pedaal met een Subbas, een Octaafbas, een Gedektbas en een Bazuin. In 1987 vond een eerste grootschalige restauratie plaats door de firma Reil uit Heerde. In 2022 hoopt de firma Reil het tweede deel van de restauratie te voltooien.

Dispositie:

Hoofdwerk: (C-f3)Bovenwerk: (C-f3)Pedaal: (C-d1)
Bourdon 16′Roerfluit 8′Subbas 16′ – 1932
Prestant 8′Fluit Travers 8′ (D)Octaafbas 8′ – 1932
Holpijp 8′Violoncel 8′Gedekte Bas 8′ – 1932
Baarpijp 8′Vox Celeste 8′ – 1895/1932Bazuin 16′ – 1932
Octaaf 4′Prestant 4′
Speelfluit 4′Fluit 4′
Quintfluit 3′Carillon III sterk (D)
Octaaf 2′Vox Humana 8′ – gereserveerd
Mixtuur III-V sterk (B/D)

Cornet IV sterk (D) – 1985

Trompet 8′ – 1895

Dulciaan 8′


Nevenregisters:

Manuaalkoppel

Tremulant Hoofdwerk – 1932

Tremulant Bovenwerk

Vulstemmen:

Mixtuur III-V sterk (hoofdwerk)

C: 1 3/5′ – 1 1/3′ – 1′

c°: 2′ – 1 3/5′ – 1 1/3′ – 1′

c’: 2 2/3′ – 2′ – 1 3/5′ – 1 1/3′ – 1 1/3′

c”: 4′ – 3 1/5′ – 2 2/3′ – 2′ – 2′

Cornet IV sterk discant (hoofdwerk)

c’: 8′ – 4′ – 2 2/3′ – 1 3/5′.

Carillon III sterk discant (bovenwerk)

c’: 4′ – 1 3/5′ – 1′