
Het orgel werd in 1731 gemaakt door Albertus Anthoni Hinsz en het wordt beschouwd als zijn eerste werkstuk als zelfstandig orgelmaker. Caspar Struiwigh verzorgde het verfijnde houtsnijwerk. De 20ste-eeuwse wijzigingen door Jan en Klaas Doornbos werden bij de restauratie in 2006-2008 door Reil Orgelmakers bv ongedaan gemaakt en de toestand van 1731 gereconstrueerd, waaronder de windvoorziening.
Dispositie:
| Manuael (C-c3): | Ruck-Positiv (C-c3): | Pedaal (C-d1): |
| Praestant 8 vt | Praestant 4 vt | aangehangen |
| Quintadena 16 vt | Rohr Floit 8 vt | |
| Floite Dues 8 vt | Super Octaav 2 vt | |
| Octaav 4 vt | Walt Floit 2 vt | |
| Nassat Quint 3 vt | Quinta 1½ vt | |
| Super Octaav 2 vt | Sexquialtera 2 st | |
| Mixtuir 3-6 st | Scharp 4 st | |
| Trompet 8 vt | Vox Humana 8 vt |
Nevenregisters:
Schuifkoppel
Tremulant Dues
Speerventil Manuael
Speerventil Ruck-Positiv
Uytloop des Winds
Calcante schel
Stemming: gemodificeerde Middentoonstemming.
Toonhoogte: ruim ¼ toon boven normaal.